Sledehondensport
De sledehondensport komt voort uit een oude vervoersmethode wat vooral werd gebruikt door eskimo’s (Inuïten) en indianen. Deze volkeren waren voornamelijk tijdens de lange, barre winters aangewezen op de sledehonden. In 1908 werd het eerste officiële sledehondenrennen georganiseerd in Alaska. Het was een wedstrijd van 650 km, John Hegnes werd winnaar in 119 uur, 15 minuten en 12 seconden. Omdat de Verenigde Staten deelnam aan de Eerste Wereldoorlog in 1917 kwam er een einde aan deze georganiseerde sledehondensport, die inmiddels in Alaska tot nationale sport was uitgegroeid. Na de oorlog veranderde de races, snelheden werden hoger en de afstand werd korter, zogenaamde sprintwedstrijden namen hun intrede. Er werd geëxperimenteerd met allerlei rassen en kruisingen om de beste honden te fokken. De Fairbanks Sweepstake werd 3 jaar op rij (1936-1938) gewonnen door Johnny Allen met kruisingen van inlandse honden en Ierse Setters. In deze periode kreeg de Alaskan Husky ook zijn intrede in de sport, vanaf dat moment ook de populairste sledehond in de Verenigde Staten.
De snelle groei van de sport wordt aangetoond door het aantal sledehondensport verenigingen die werden opgericht na de Tweede Wereldoorlog. Eind jaren 60 waren er ongeveer 50 organisaties die zich bezighielden met de sledehondensport. In 1975 waren dat er al zo’n 115. In 1996 werd de ISDRA (International Sled Dog Racing Association) opgericht, omdat er behoefte was aan een strikte en uniforme organisatie.
Eind jaren 60 kwamen de eerste sledehonden naar Europa en ook hier maakte de sledehondensport zijn intrede. De belangrijkste promotor was de S.K.N.H. (Schweizerischer Klub für Nordische Hunde), die als eerste in Zwitserland trainingskampen en races organiseerde. Spoedig werden ook de eerste Nederlandse en Duitse teams getraind..
Natuurlijk was er ook in Europa behoefte aan een overkoepelende organisatie van de sledehondenverenigingen. En zo werd de ESDRA (European Sled Dog Racing Assosiation) opgericht.
In Nederland zijn er op dit moment zo’’n 250 sledehondenteams welke doorgaans met Quad en/of trainingskar getraind worden. Immers is er in Nederland niet genoeg sneeuw om met de slee te trainen. In het begin van het seizoen worden daarom ook zogenaamde karrenwedstrijden gehouden, waarmee de musher kan zien of hij/zij op de goede weg is. Waarna circa januari tot en met maart het echte werk start. In Nederland wordt er ook veel getraind met de step, dit zijn geen gewone steps maar steps speciaal uitgerust voor de sledehondensport. Hier kunnen maximaal 2 honden voor..
Een hond mag in Nederland in principe niet voor de kar. Het ministerie van LNV heeft echter een 'Vrijstellingsregeling Sledehondensport' in het leven geroepen voor 5 rassen:
1. Alaskan Malamute
2. Groenlandhond
3. Eskimohond
4. Samojeed
5. Siberische Husky
Deze honden moeten in het bezit zijn van een stamboom, dit is nodig i.v.m. het kunnen aantonen dat het daadwerkelijk om bovengenoemde rassen gaat. Qua rasgroep vallen deze honden in FCI groep 5; die van de spitzen en oertypen. Allemaal honden die fascineren door hun oorspronkelijkheid en natuurlijkheid.